top of page

Dag 12.

 

Lieve Jasmijn,

 

Dat vandaag een gezellig dagje was, is een understatement. Je bent vanochtend in bad geweest, hebt in je keukentje gespeeld, bent mee geweest naar de stad en we hebben lekker thuis gerommeld. Het was geen lekker weer vandaag, veel regen en wind, en dan hebben we zo’n lekker huis. Houtkachel aan, Kinderen voor Kinderen op de radio en spelletjes spelen. De mevrouw van de thuiszorg kwam nog een uurtje kennismaken, maar dat was vooral met mama, want wij zaten ondertussen achter de computer foto’s en video’s van onze reis naar Italië te kijken. We lachten en dachten met plezier terug aan die heerlijke tijd in de caravan met z’n viertjes. Het was weer een fijn en zorgeloos dagje zo.        

 

Maar ik kan wel weer vertellen over hoe leuk het was vandaag; toch is er iets anders wat me meer gaat bijblijven van vandaag. Het was ergens aan het einde van de ochtend en er gebeurde iets – ik weet niet eens meer precies wat – waardoor jij aan jouw situatie en ziekte herinnerd werd. Je keek me aan, met je grootse bruine ogen en je prachtige lange wimpers en zei met een zucht: “Papa, ik wil niet meer ziek zijn…”

 

Oh liefste Jasmijn, ik zou daar a.l.l.e.s. voor overhebben. Letterlijk alles. Het is zo bijzonder om te zien hoe relatief het leven is. Zaken die er eerst toe leken te doen, waar papa zich oprecht zorgen om maakte, lijken nu zo onbenullig. Een auto die kapotgaat, een muur waar een vochtplek zit, een keukentafel waar de potloten van afrollen omdat ie zo krom als een hoepel is. Het waren serieus dingen waar papa wakker van kon liggen. Nu pas weet ik hoe het is om wakker te liggen, om zorgen te hebben. Nu pas, nu het gaat om het leven van mijn meest kostbare bezit, besef ik mijn bevoorrechte positie. Nu pas, nu we ons noodgedwongen moeten voorbereiden op een leven zonder jou, ben ik mij bewust van de liefde en het geluk waar ik tot nu toe in mijn leven van heb mogen genieten. Natuurlijk is dat niet per direct verdwenen, maar als ik jou hoor zeggen “Papa, ik wil niet meer ziek zijn” dan sterft er van binnen een klein stukje van mij. Ik weet niet of dat ooit nog goed gaat komen. Dit verdriet gaat zo diep en is zo intens. Ze zeggen wel eens: “Je weet niet wat je hebt, tot je het kwijt bent.” En ze hebben gelijk. Papa en mama stonden tot vorige week echt wel stil bij hoe goed wij het hadden. Met ons heerlijke huisje, onze prachtige tuin en onze liefde voor elkaar. Maar niets had ons kunnen voorbereiden op dit gevoel; pas nu wordt die onvoorwaardelijke liefde zo duidelijk. Het is niet dat ik ineens meer van je hou dan vorige maand, het is meer dat ik het me nu meer besef. Jij doet het me meer beseffen. Ik hoop zo dat je dat nog heel lang blijft doen.

 

Ik hou van je, meer dan ik blijkbaar zelf wist.

Papa

bottom of page