top of page

Dag 238.

 

Lieve Jasmijn,

 

Oh lieverd, wat was je vannacht onrustig. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet alles heb meegekregen; ik sliep vannacht aan de muur-kant en dus ging mama meer voor jou uit bed. Toch merkte ik dat je onrustig was en dat mama er de eerste drie uurtjes wel tien keer uit geweest is. Uiteindelijk hebben de zusters ook je temperatuur gemeten en toen bleek dat je koorts had, is onmiddellijk met antibiotica begonnen. Omdat mama gesloopt was, heb ik vanaf 3:00 de dienst een beetje overgenomen, maar gelukkig sliep je van 04:30 tot 08:30 een best wel lekkere ruk.

 

Toen werd je wakker, vrolijk als een blij ei. Je had nog wel koorts, maar was gezellig en had praatjes. Eten, dat ging dan weer niet goed. Afgelopen dagen was dat natuurlijk al wel een issue, maar nu deed je letterlijk 15 minuten over een klein hapje boterham zonder korstjes. Het werd voor ons wel duidelijk: slikken gaat gewoon niet meer. We probeerden je daarom met drankvoeding en ander drinken wat aan te laten sterken en dat ging best oké. Wel zat je sinds vannacht aan twee lange lijntjes, maar dat weerhield je er niet van om lekker onder de douche te stappen. Toen je schoon was, kleedden we je aan en speelden we met z’n drietjes in de snoezelruimte, tot je om 12:00 weer naar de kamer moest voor antibiotica. Voor de lunch at je echter nog steeds niks en hoewel je lief en opgewekt was, zakte je koorts nog niet. 

 

Dat was het moment dat Antoinette langskwam om te praten over hoe nu verder. Het was een lang gesprek, maar de conclusie was eigenlijk heel simpel: jouw slijmvliezen zijn kapot. In je maag, in je darmen, maar ook al in je slokdarm. De kans dat het de komende dagen erger wordt, is best groot en daarom besluiten we om je een sonde te geven. Omdat het de vorige keer niet echt fijn was en het nu vanwege je gevoelige slokdarm alleen maar erger gaat worden, besluiten we om je onder een hele lichte sedatie te brengen, waardoor je je later niks meer van het inbrengen kan herinneren.

 

Toch was het geen fijne handeling. Bij mama op schoot werd je door een watje in je neus langzaam in slaap gebracht, maar toen het slangetje bij je neus in de buurt kwam, werd je wakker en gilde je het hele ziekenhuis bij elkaar. Na twee pogingen lukte het toch om de sonde te plaatsen en als het goed is kun je je dat, ondanks de paniek die je voelde, straks niet meer herinneren. Toen je weer rustig was, viel je voor een tweede keer in slaap op mama’s schoot. Ik gebruikte die tijd om wat eten te koken en toen ik weer op de kamer kwam, was jij net wakker en zette mama de Paw Patrol Movie aan. Ik zag echter meteen dat je jezelf niet was. Je keek ziek uit je ogen, kon van de pijn niet eens liggen en spuugde elke twee minuten een plakkerige spuug van slijm en gal uit. Het was zo intens zielig om te zien. Je oogde ook bleek en futloos, maar daar werd gelukkig iets aan gedaan. Je werd aangesloten op een zakje bloed om jouw HB weer wat omhoog te krikken. Hopelijk helpt dat je om de komende dagen goed door te komen.

 

De Paw Patrol Movie keek je uiteindelijk zonder een woord te zeggen. Je at niet, je dronk misschien drie slokken limonade en kon verder alleen maar een beetje hangen. Je medicijnen, die kreeg je weliswaar via je sonde, maar met voedsel wachten we nog een dagje. Nadat je gelukkig nog een goede plas gedaan hebt en ik je twee boekjes heb voorgelezen, ga je een soort van liggen en doen we het licht uit. Je praat niet meer en de blik in je ogen zegt genoeg. Dit was een hele, hele nare dag.

 

Lieve Jasmijn, om heel eerlijk te zijn weet ik niet of we hier goed aan gedaan hebben. Die blik die je eigenlijk vanaf het begin van de film tot het slapen gaan in je ogen gehad hebt, maakt me heel erg bang. Wat ben je dan aan het denken, liefie? Als je pijn hebt, waar niks aan gedaan wordt? Als je moet spugen en het houdt maar niet op? Als je wel tien keer zegt dat je geen lijntje in je neus wilt, maar hij wordt er gewoon in geduwd? Als je uiteindelijk in bed ligt en we je welterusten kussen, lig je nog steeds met je ogen open naar het niets te kijken. Wat zou je op dat moment denken? Denk je dan dat wij je in de steek laten? Dat wij niet voor je willen zorgen? We benadrukken het bijna elke vijf minuten. Dat we niet weggaan, dat we bij jou blijven en dat papa en mama er altijd voor je zijn, ook als dat midden in de nacht is. Maakt dat indruk op je? Stelt dat je gerust? Of denk je alleen maar: ik ben zo verdrietig… Ik snap heus wel dat je zorgen hebt Jasmijn, dat is niet gek. Maar ik probeer je zo goed mogelijk te helpen. Weet je wie dat zelfs nog beter doet? Mama. Wat een super-mama heb jij. Mama was vandaag jouw rots in de branding, jouw keiharde steun. Op haar schoot viel je in slaap, op haar schoot werd je weer wakker. In haar armen voel je je veilig en weet je Jasmijn? Ik herken dat gevoel. Dus kruip maar lekker in die zachte armen van mama als je je niet fijn voelt de komende dagen. In die armen ben je veilig.

 

Ik hou van je, sorry voor vandaag.

Papa

bottom of page