top of page

Dag 322.

 

Lieve Jasmijn,

 

Net als met die operatie van 12 december, is het nu ineens 24 januari. Voor mijn gevoel zijn de laatste dagen ineens heel snel gegaan; zo snel dat ik vanochtend een beetje het gevoel had dat ik naar een proefwerk moest, waar ik helemaal nog niet goed voor geleerd heb. Toch heb ik, net als bij al die toetsen op de Sporthogeschool twintig jaar geleden, geen keuze. Vandaag begint, of Marc Lommert er nu klaar voor is of niet, de Radiotherapie. Stap 3 van 4. Nog eentje en dan de laatste.

 

De ochtend was trouwens heel fijn. Mama en ik werden wakker in de… huiskamer ja! We deden heerlijk rustig aan en haalden jou en Mila na een kopje koffie bij opa en oma op en reden naar het UMC. Dat is gek, want bij de stoplichten voor het PMC gaan we ineens naar rechts en daar zijn we nog nooit naartoe gereden. We mogen meteen doorlopen, want bestralingsruimte U7 staat al voor ons klaar. We lopen verder, met z’n viertjes, maar niet voordat jij de ruimte een mooie, roze kleur gegeven hebt. Strijdbaar als je bent, stap je het trappetje op en je gaat liggen in je eigen matrasje. Mila, die mee naar binnen is, vindt het heel indrukwekkend; die grote ruimte, met die reusachtige machine waar jij onder en in ligt. Mila en ik geven je een dikke kus en even later laat ook mama je alleen. Op het beeldscherm in de ouderruimte zien we hoe de dokter jou nog een laatste keer controleert en nadat Mila jou, zonder enige instructie van ons, via de microfoon succes wenst en je een “Topper” noemt, begint de machine om je heen te draaien. Je ligt zo perfect stil, zonder voorleesverhaaltje en zonder filmpje, want “Pahap, het is toch zó voorbij!” En daar had je gelijk in. Na een paar minuutjes, stopt de machine en halen we je op. Woorden kunnen op zo’n moment lastig beschrijven hoe trots je op iemand kunt zijn, maar geloof me Jasmijn: ik was zo onbeschrijflijk trots op je.

 

Via de tunnel en de regenboogbrug wandelen we nog even naar het PMC, waar we lunchen, Antoinette spreken, nieuwe medicijnen ophalen en jouw vriendje Levi na een lange tijd weer zien (met z’n lekkere bos haren). In de auto terug val jij gelukkig heel kort in slaap en dat is niet gek, want een effect van de radiotherapie is dat je er moe van wordt. Thuis houden we het dus ook rustig: op het dikke matras van papa en mama dat nog steeds in de woonkamer ligt, kijken we Keizer Kuzco en na lekkere kaasburgers en een verhaaltje over de NEEhoorn, vallen jullie snel in slaap en is de eerste van twaalf bestralingsdagen alweer voorbij. Stap drie van vier is begonnen.

Lieve Jasmijn, ik schrijf dit zo op, alsof de dag erop zat. Voor jou, Mila en voor mama eigenlijk ook wel, was dat ook zo. Maar voor mij helaas niet. Al vanaf het moment dat we thuiskwamen, zat ik weer aan de rechtszaak. Natuurlijk, we hebben een advocaat en na gisteren is hij van alles op de hoogte, maar toch wil ik helpen. Mama en ik, wij weten dat ál die dingen die de buren stellen, niet waar zijn. Ik voel daarom een soort drang om overal op in te gaan. Onze advocaat zegt heel duidelijk dat emoties in een rechtszaak geen rol spelen, maar voor ons dit alleen maar emotie. Ik heb daarom de hele middag, de hele avond en een deel van de nacht gebruikt om de rechtszaak voor te bereiden. Om onze advocaat handvatten te bieden, hoe te reageren. Om hem munitie te geven om de leugens van de buren te counteren. Natuurlijk filters hij mijn input nog en van alle informatie die ik heb ver na middernacht gestuurd heb, zal minstens de helft ongebruikt blijven. Het maakt mij niet uit, want ook al heb ik vandaag slechts één argument aangedragen dat bruikbaar is, dan was het al die moeite waard. Toch was het geen leuke bezigheid. Sterker nog, werken aan deze zaak maakt mij heel verdrietig. Ik hoop dat jij je hier later niets meer van kunt herinneren en dat bovendien niets in jouw fijne leven je nog aan deze nare kwestie kán herinneren. Want dat onze buren niets anders kunnen dan verhuizen, daar is iedereen in de buurt het inmiddels wel over eens.

 

Ik hou van je, nog elf te gaan.

Papa

bottom of page