Dag 406.
Lieve Jasmijn,
Onherkenbaar was je vandaag. Onherkenbaar in de meest positieve zin die je je kunt bedenken, voor de duidelijkheid. Ik denk oprecht dat je vandaag in je beste stemming ooit was. Het begon vanochtend al, toen jij en Mila wakker werden en de pinguïn nog blauw was, en eindigde pas toen ik je vijf minuten geleden in kamer 273 van de Vuurtoren slaap lekker kuste. Alles vandaag ging met een glimlach en overal waar ik je vrolijk of enthousiast beschrijf, doet dat geen recht aan hoe je in werkelijkheid was. Het was heel bijzonder en vooral heel fijn.
We moesten vroeg op, maar thuis liep eigenlijk alles op rolletjes. Mama pakte de tassen en ik zorgde voor jullie en dus waren we op tijd in het ziekenhuis, waar de controles plaatsvonden, we met Antoinette praatten en we een kamer kregen. Tot dat moment was je gewoon heerlijk, maar de overtreffende trap moest nog komen. Op de gang trokken jij en Mila al een MPZ’er aan haar jasje en daarmee versierden jullie een fantastisch ziekenhuis van Playmobil; precies dezelfde als die waar jullie op de iPad vaak mee spelen. Vervolgens gingen jullie met de bolderkar de gang op en speelden jullie zelfgemaakte Bingo spelletjes waarbij je dingen in de gang moest zoeken. Opa en oma kwamen ondertussen langs en terwijl Mila beneden in de muziekstudio stond te rocken, werd jij aangesloten op de Dinutuximab. Met z’n allen gingen we je grote zus achterna om koffie te drinken in de koffiebar, maar voor jullie was dat veel te saai. Samen trokken jullie erop uit, bij de skelters, in de sportzaal, op de gang. Als twee boeven renden jullie overal heen en speelden jullie met alles en iedereen. En alles met de meest brede smile op jullie gezicht.
Toen opa, oma en Mila wegreden, renden wij naar de keuken waar je vandaag met de Chef van het PMC appelflappen en wentelteefjes kon bakken. Je was zo enorm in je element en bakte er van allebei twee; die je grotendeels nog zelf op at ook. Terug op de kamer wachtte daar alweer een verrassing: de ijscokar waar je bij de MPZ om gevraagd had, was gewoon op de kamer gezet. Die ogen van jou werden groter dan groot. De rest van de middag was je dan ook lekker druk met spelen met Lego Friends (die had je óók nog), het ziekenhuis en de ijscokar. We aten lekkere pasta, maar jij had na die wentelteefjes niet zo heel veel honger meer. Je toetje, dat ging er wel weer in dan. Pas na het eten informeerde je voor het eerst naar de iPad. Tuurlijk mag je van ons daar even op kijken, je bent immers aangesloten. Aangesloten op je eigen rugzakje wel te verstaan, dus je bent helemaal mobiel. Voor deze week moeten we misschien wat andere regels moeten opstellen. Want voel jij je goed en kun je de kamer af, dan gaan we lekker op pad. Lukt dat niet, dan is de iPad er natuurlijk nog. Vanavond keek je nog snel een aflevering van Paw Patrol en daarna las ik een Borre voor. Je sliep denk ik al, voordat de schuifdeur goed en wel dicht zat.
Lieve Jasmijn, vanochtend in de auto durfde ik hardop tegen mama te zeggen, wat de afgelopen dagen al een paar keer door mijn hoofd geschoten is. Stel dat alles volgens plan blijft lopen; dat jij zo sterk blijft als je bent en dat we halverwege deze kuur al naar huis mogen; dat we de volgende kuur zelfs helemaal thuis mogen doen; dat jij geen koorts of andere infecties krijgt met opnames tot gevolg; én dat deze verschrikkelijke kloteziekte na jouw bloemenkraal in september nooit meer terug gaat komen; als dat állemaal zo is, dan wordt dit de laatste keer dat we in het PMC gaan slapen. Het klinkt bizar, maar het is een mogelijkheid. Misschien niet de meest voor de hand liggende mogelijkheid, maar toch. Het zou kunnen dat we over een paar dagen naar huis gaan en nooit meer op die prachtige ouderkamer mogen slapen. Dat we alleen nog maar voor controles, scans en kleine handelingen naar de dagbehandeling komen. Iets in mij zou dat, hoe krankzinnig dat ook klinkt, jammer vinden. Ik lijk er nog niet klaar voor, het lijkt ook nog zo ver weg. Maar als alles gaat zoals het moet gaan, dan is dat wel wat het is. Toen ik het vanochtend tegen mama zei, moesten we allebei glimlachen. We hebben afgesproken om nog maar extra van die prachtige kamer en die lieve zusters te genieten de komende dagen. Je weet immers maar nooit. Aan jou zal het in ieder geval niet liggen; zeker niet als ik zag hoe je vandaag was. Johan Cruijff zou het ongeveer zo hebben omschreven: “Je doet het op de afdeling zo goed, dat je er nooit meer mag komen.” Laten we het hopen liefie. Laten we het hopen…
Ik hou van je, kuur twee is begonnen.
Papa