Dag 464.
Lieve Rimalda,
Daar zaten we dan in de auto naar ons hotelletje in Arnhem. Beetje gek zo zonder kinderen, maar ook wel fijn. Even met z’n tweetjes is wel nodig na die hectische week. We zetten snel de tassen op de kamer en lopen naar het restaurant. We zitten er heerlijk, maar het eten is allesbehalve dat. Voor het eerst in 21 jaar stuur ik mijn hoofdgerecht terug naar de keuken en jouw eten is mwa. Gelukkig bestellen we een toetje en aan dat bolletje ijs kan weinig fout gedaan worden. Terug op de kamer begint het luieren. We kijken wat naar het EK voetbal dat vandaag begonnen is, kletsen na over die fantastische week in Villa Pardoes en proberen op tijd te gaan slapen. Dat lukt uiteindelijk niet, maar ach, we hoeven morgenochtend met niemand rekening te houden.
Lieve Rimalda, voor het eerst sinds het begin van dit dagboek, staan bij één datum twee verhaaltjes. Dag 464 van hiervoor beschreef de dag dat we uit Villa Pardoes kwamen en die dus nog volledig in het teken van ons Jasmijntje stond, maar vandaag was meer dan alleen de laatste dag in Villa Fantastisch; vandaag was namelijk ook onze jubileumdag. 21 jaar samen. Het voelt bijna als een vorig leven; de dag dat we vriendje en vriendinnetje werden. Herinneringen aan die tijd bestaan misschien ook wel meer uit de verhalen die we aan mensen vertellen over hoe we samengekomen zijn, dan uit feitelijke herinneringen. Behalve dan van het moment zelf. Ook al vloeide de alcohol rijkelijk in het ZoetZand, ik herinner me nog precies hoe jij op de terugweg bij mij achterop de fiets zat. Ik weet nog precies hoe ik me voelde voor, tijdens en na die eerste kus daar tussen de weilanden. Ik voel nog steeds de warmte als ik terugdenk aan ons afscheid bij het rode hekje voor jouw deur, waar we voor een tweede keer kusten. Ik herinner me nog hoe speciaal ik me voelde, op dat moment. Ik kuste veel, in die tijd; met meisjes die ik leuk vond, maar ook met meisjes die ik niet per se leuk vond. Het was een beetje zoals het met spare-ribs is; het ging mij meer om de kwantiteit, dan om de kwaliteit. Toch voelde het bij jou meteen anders; jij was toen al van een andere categorie. Hoe kon het dat jij met mij wilde kussen, daar onder die lantaarnpaal op de terugweg van het ZoetZand? Ik voelde me speciaal, een soort van een geluksvogel. Ik weet ook nog precies hoe ik, 7672 dagen geleden, van jouw huis terug naar mijn eigen huis fietste; met een glimlach van oor tot oor.
Het gaat misschien te ver om te zeggen dat die glimlach 21 jaar lang non-stop op mijn gezicht gestaan heeft, maar het komt aardig dichtbij. Vanaf die eerste zomer was ons leven samen een feestje. We groeiden naar elkaar toe, versterkten elkaars goede kanten en vulden juist elkaars zwaktes op. We leerden van elkaar, verkenden elkaars passies en ontdekten hoe we die het beste konden delen. De passie voor kamperen en reizen bijvoorbeeld, of voor spelletjes spelen. Een jaar lang met een rugzak rond de wereld reizen; ga er maar aan staan, maar die wereldreis in 2008 heeft ons zó veel sterker gemaakt. Toen we daarvan terugkwamen, kon niets ons nog stuk krijgen. Natuurlijk waren er ook momenten dat het even niet liep, dat we elkaar zat waren of dat we zelfs “op het punt stonden” om uit elkaar te gaan. Ik schrijf die woorden tussen aanhalingstekens, omdat ik nooit écht het idee heb gehad, dat dat een optie was. Soms was het kennelijk nodig om de ernst van een onprettige situatie duidelijk te maken, voor jou of voor mij. En het mooie is: het werkte. Zo leerden we elkaar nog beter kennen en bouwden we elke dag weer aan een nog sterkere basis. Een basis waarvan we nooit hadden gedacht dat we ‘m zo hard nodig zouden hebben, maar damn wat komt het goed uit dat ‘ie er is. Dankzij onze prioriteiten die eerste 20 jaar dat we bij elkaar waren, konden we na 8 maart vorig jaar ons hoofd boven water houden. Nu, 464 dagen later, zijn we nog steeds boven water. Niet zomaar boven, we zijn al halverwege het trappetje uit het water en we lachen bovendien nog steeds. Wát hebben wij dat goed gedaan lieve Rimalda.
Ik hou van je, al 7672 dagen.
Marc