top of page

Dag 50.

 

Lieve Jasmijn,

 

Weet je wie er vandaag jarig was? De koning! Om dat te vieren, bleef Mila vannacht bij Mette slapen en struint zij as we speak de vrijmarkt af naar nieuw speelgoed. Maar mama, jij en ik hebben niet zo veel behoefte aan een drukke binnenstad. Wij zijn liever met z’n drietjes en dus stappen we in de bakfiets. Jazeker, mama gaat samen met jou in de bak! We rijden een rondje door de omgeving, met als afsluiting naar die leuke speeltuin in Asperen.

 

Als we weer thuis zijn, eten we broodjes met knakworst en kroket. Het is grappig om te zien dat we dat de laatste tijd vaker doen, gewoon omdat we onszelf soms ook een beetje willen verwennen, denk ik. Jij vindt het heerlijk, hoewel het bij jou soms meer mayonaise met een beetje knakworst is, dan andersom. 

 

Na de lunch haal ik Mila met de trein op uit Utrecht en gaan jij en mama in de tuin aan de slag, want de plantjes moeten in de grond. Het weer is wel oké, maar volgende week wordt het gelukkig écht lekker. Dan gaat de zon schijnen en gaan we hopelijk de hele dag buiten zijn. Nu zit jij in de middag nog even voor de TV en gaan we voor het slapen nog uitgebreid in de douche. Op zo’n moment ben jij op je allerbest.

 

Lieve Jasmijn, als je dit zo leest, denk je misschien: dat was een prima dagje, een beetje zoals alle voorgaande dagen. Voor jou was dat denk ik ook wel zo. Maar omdat ik in dit dagboek eerlijk tegen jou kan zijn, moet ik ook bekennen dat er wat minder leuks gebeurde vandaag. Eigenlijk was er niet eens iets aan de hand: papa en mama waren in de tuin aan het praten over de nieuwe planten, waar ze moesten komen en wat er allemaal aangepakt ging worden de komende tijd. Maar ineens escaleerde het gesprek uit het niets. De aanleiding? Gewoon, dat mama en ik gesloopt zijn. Dat we niets meer kunnen hebben, ook niet van elkaar. We zijn een supergoed team, maar kennelijk hebben we het soms ook nodig om stoom af te blazen tegen elkaar. En dat gebeurde. Ik ben daarna gaan hardlopen, maar heb eigenlijk de hele dag niks meer tegen mama gezegd. Niet omdat ik dat niet wil, want ik wil niks liever dan het weer “goed maken” en zonder ruzie gaan slapen. Maar ik kan me er niet overheen zetten; niet over mijn eigen aandeel in de escalatie, maar ook niet over de manier waarop mama zich gedroeg. Normaal zijn mama en ik anders, normaal praten we dit soort dingen uit. Maar dit is geen normale situatie, Jasmijntje. Soms vergeten we dat, omdat jij het zo goed doet en mama en ik meeliften op jouw vrolijkheid en positiviteit. Maar in stilte is het ongelooflijk zwaar. Het is zó zwaar, dat is niet voor te stellen voor iemand die niet in deze situatie zit. Niks wat ik ooit gevoeld heb, komt ook maar in de buurt van dit constante gevoel van verdriet. Soms kan ik er niet eens een naam of gevoel aan geven, het ís er gewoon en het is zo, zo zwaar… Met mama en mij gaat het morgen weer goedkomen, dat weet ik zeker. We houden net zo veel van elkaar als van jou en die liefde is de basis van ons fijne gezin en is onze steun de komende periode. Ook als het ons blijkbaar even te veel wordt.

 

Ik hou van je, en van jouw mama.

Papa

bottom of page