top of page

Dag 575. 

 

Lieve familie en vrienden, 

 

Ik gooi ‘m er maar meteen in: “Zonder jullie, hadden wij dit simpelweg niet gekund.” Het is, zoals zoveel dingen in dit dagboek, niet in woorden te vatten, hoe dankbaar we jullie zijn. Wie “jullie” precies zijn? Dat weten jullie zelf wel. 

 

Voor ons was dat in het begin wel even spannend, want je hoort vaker dat je in situaties van echte nood, je ware vrienden pas leert kennen. Die wetenschap maakte het in het begin, toen we ons al zo alleen voelden, lastig. Voor wie zou hulp bieden een vanzelfsprekendheid zijn en voor wie juist een opgave? Welke familieleden zouden dag en nacht aan onze zijde staan en van welke zouden we maar weinig horen? Welke vrienden zouden hun eigen leven en problemen boven die van ons stellen en welke vrienden zouden er onvoorwaardelijk voor ons zijn? Het antwoord op de vraag hierboven (“Wie jullie precies zijn?”) is hartverwarmend, want met de kennis van nu kunnen we concluderen dat Rimalda en ik bevoorrecht zijn, met zo’n hechte groep familie en vrienden om ons heen. Zoveel lieve aandacht, zoveel hulp, zoveel meedenken, zoveel uit handen nemen, zoveel troost. De 200 mensen die uiteindelijk op het feestje van Jasmijn waren, geven misschien wel het best aan hoe groot zelfs ons intieme netwerk is. Natuurlijk hebben die 200 mensen ons niet allemaal in dezelfde mate geholpen, maar het is illustratief voor het aantal mensen dat wij “goede vrienden” noemen. Daarmee benoem ik ook direct een verschil. We hebben veel waardevolle, goede vrienden, maar slechts een wat kleiner deel daarvan noemen we beste vrienden. Wie we daarmee bedoelen; ook dat weten jullie zelf. 

 

Goede vrienden kennen al je verhalen. Beste vrienden hebben ze met je beleefd. 

 

Niet iedereen kan zo’n beste vriend zijn, maar dat was ook niet wat wij nodig hadden. Achteraf kunnen Rimalda en ik stellen dat bijna iedereen de taak op zich genomen heeft, die wij het liefste van hen zagen. Niet iedereen van jullie hoefde ons troost te bieden; vaak was afleiding al genoeg. Niet iedereen hoefde op bezoek te komen in het ziekenhuis; jullie waren er op andere manieren en momenten voor ons. Ook al hielden wij het cirkeltje om ons heen bewust klein, het complete plaatje bood ons precies de steun die we nodig hadden om de dagen door te komen. 

 

We zijn ook vrienden verloren, de afgelopen anderhalf jaar. Ik kan dat hier prima schrijven, want die “vrienden” lezen dit toch niet. Zij konden zich niet in ons verplaatsen, zij vonden de manier waarop de wereld naar hen keek belangrijker dan hoe wij ons voelden; onze kwetsbaarheid compleet uit het oog verliezend. Dat heeft ons verdriet gedaan, wat slechts deels in dit dagboek beschreven staat. Nu we weer tot rust gekomen zijn, kan ik met droge ogen concluderen dat het leven fijner is zonder deze mensen. Achteraf een goede ontwikkeling dus, maar op de momenten dat we ermee geconfronteerd werden, was het onrust die we niet konden gebruiken. Maar juist in die situaties van onrust en paniek, konden we terugvallen op jullie. Op de momenten dat onze nokkievolle emmer aan het overlopen was, waren jullie er voor ons. Jullie waren geduldig, begripvol, meelevend en behulpzaam, ook al waren wij in sommige gevallen irrationeel, veeleisend of ronduit gemeen. Precies in die situaties leer je je echte vrienden kennen. 

 

Er bestaat geen manier waarop we jullie kunnen terugbetalen, het gaat ons nooit meer lukken om de score gelijk te krijgen. Dat wij, dankzij jullie, de afgelopen 575 dagen overwegend positief beleefd hebben, is niet in woorden, en zelfs niet in daden, uit te drukken. We zullen voor altijd bij jullie in het krijt staan. Maar mocht er andersom ooit een soortgelijke situatie ontstaan, dan hoop ik dat wij er op dezelfde manier voor jullie kunnen zijn, als jullie er voor ons geweest zijn. Dat wij jullie er doorheen kunnen slepen. En dat jullie dan, vanaf die andere kant, met terugwerkende kracht zullen zien hoe waardevol jullie hulp voor ons de afgelopen anderhalf jaar geweest is. Dat we het letterlijk niet zonder jullie gekund hadden. 

 

Dank jullie wel. 

Marc 

bottom of page